2024

De overledene is nog niet gestorven

Als de zon achter de glazen torens van Nieuw West verdwijnt, verzendt Elian een laatste email en doet een oogmasker voor. Zijn implantaat maakt verbinding met software. Beeld druppelt binnen. Wanneer de weergave van zijn studio niet te onderscheiden is van echt, slentert hij naar de koelkast voor een fles cola, en ploft neer op de bank.
'Camera's uit,' zegt hij.
Achterover leunend, blote voeten op de glazen salontafel voor zich, dicteert hij een eenvoudige bestelling:
'Regenwoud, waterval, verrassingselement.’
Gehoorzaam fabriceert het masker wat het is opgedragen. Onder een dik bladerdek gevuld met exotische geluiden vergeet Elian al snel het aanmatigende toontje in het laatste bericht van zijn collega. Waar hij vroeger dan vaak tot in de late uurtjes bleef doorwerken, sluit hij tegenwoordig steeds gemakkelijker af.
Diep in het woud stuit hij op een kastanjeboom. Hij besluit te klimmen. Hij heeft het in geen jaren gedaan, en bij iedere hoogtemeter suist er meer adrenaline door zijn lijf. De coördinatie gaat aanvankelijk vanzelf. Zijn handen reageren foutloos op zijn commando's, zijn voeten volgen gedwee. Hij hoeft het zich alleen maar in te beelden. Naarmate hij dichter bij de top komt, worden de takken dunner, de bladeren schaarser, tot hij spectaculair zicht heeft op een zee van groene boomkruinen. In de verte gloort een bergketen. Uit een van de besneeuwde toppen klettert helder water langs de rotsige wand naar beneden.
Tijdens het afdalen wordt het klimmen uitdagender. Opdrachten aan zijn voeten eindigen steeds vaker bij zijn handen. Wanneer hij links denkt, reageert rechts. Ten slotte lukt het hem niet meer om ze de simpelste commando's uit te laten voeren. Op een tak, halverwege de boom, valt hij compleet stil. Zijn ledematen weigeren dienst. Of zijn brein. Als in een onheilsdroom waarin je probeert te vluchten maar wordt tegengehouden door verlamde benen. Hij mompelt: 'Camera's inschakelen.'
Geleidelijk aan komt het interieur op de drieëntwintigste etage terug. Buiten is het donker. Als hij met rechts een slokje cola wil nemen, schopt hij met zijn linkervoet tegen de rand van de glazen salontafel. Een pijnscheut schiet naar zijn cerebrale cortex.
'Fuck!'
Geïrriteerd duwt hij het masker van zijn gezicht. Hij grijpt naar zijn voet. Een bloeddruppeltje sijpelt langs zijn hiel. Hij komt overeind en hinkt op en neer naar de badkamer. Met een pincet lukt het hem uiteindelijk iets scherps uit zijn grote teen te peuteren. Stomverbaasd legt hij de kastanjestekel ter grootte van een punaise op tafel. Dan gaat de bel. Alsof hij niets hoort, buigt Elian zich nogmaals over de voet en wikkelt geconcentreerd een pleister om de wond. Er wordt een tweede keer aangebeld. Even denkt hij terug aan de simulatie, en aan de surprise die het hem verschuldigd is. Dan staat hij op en opent de voordeur.
'Kirsten! Wat doe jij hier?' vraagt hij.
Een knappe vrouw in een glanzend mantelpakje kijkt hem aan met een geforceerde glimlach.
'Ik was in de buurt.'
Hij laat haar binnen. Hij gebaart naar een barkruk aan de keukentafel.
'Ga zitten. Wat wil je drinken?'
'Doe maar water. Ik kan niet lang blijven.'
Elian merkt dat ze nerveus is. Ze kijkt voortdurend om zich heen en vermijdt oogcontact. Omdat hij niet weet wat hij anders moet zeggen, volgt hij zijn instinct.
'Voor de draad ermee. Volgens mij kom je niet om te kletsen. Dat was ook nooit ons sterkste punt.'
Zijn gedachten gaan terug naar de nachten die ze samen hadden doorgebracht. Zijn blik verschuift naar de slaapkamerdeur.
'Prima. Ik zal er niet omheen draaien,' zegt ze plotseling kouder dan ze van plan was geweest.
Eigenlijk had ze eerst iets willen zeggen over werk. Dat zijn bijdragen de laatste tijd te wensen overlieten. En dat hij er al weken hondsberoerd uitzag. Ging het wel goed met hem?
'Mag ik eerst dat glas water?' vraagt ze.
Verstrooid loopt Elian naar de kraan, vult een Tyrell koffiemok, en gaat naast haar zitten.
'Kom je me de zak geven?' vraagt hij schijnbaar nonchalant.
Ze neemt een grote slok.
'Ik ben in verwachting.'
Stilte.
'Gefeliciteerd,' roept hij tenslotte uit.
Zenuwachtig komt hij overeind en opent een raam om frisse lucht binnen te laten. Kirsten schudt verbaasd haar hoofd, ook omdat hij haar nu even niet kan zien.
'Ik weet het ongeveer een maand,' zegt ze. 'Het is van jou.'
Avondgeluiden sijpelen de kamer binnen. In de verte rolt een goederentrein de stad uit.
'Van die ene keer? De laatste keer? Na het afdelingsoverleg?'
'Ja. Kan niet anders.'
'O, dat weet ik niet. Ik bedoel..." stamelt Elian, tot hij de vertrouwde, waarschuwende blik van zijn supervisor voelt.'
‘Je nieuwe vlam? Weet die ervan?'
'Anton heeft drie kinderen. Hij slikt niet voor niks de mannenpil. Ik heb het hem niet verteld. Was dat ook niet van plan.'
'Er komt natuurlijk een moment dat.. '
'IK WIL geen kinderen,' zegt ze plotseling fel. 'Niet in deze wereld. Voor iedere technologische vooruitgang leveren we vrijheid in. Valt je niet op hoe onderworpen we ons tegenwoordig gedragen? Hoe bekrompen? Iedere virtuele stap vooruit betekent twee reële stappen terug.'
Elian weet niet of hij het daarmee eens is. Hij voelt zich vrij.
'Je houdt het toch niet tegen.'
Hij denkt aan zijn chip en aan hoe het hem steeds beter lukt het virtuele naar zijn hand te zetten.
'Toch is dat wat ik ga doen. Tegenhouden.'
Ze kijkt hem vastbesloten aan. Elian was in zijn hoofd twee stappen verder waardoor het even duurt voor hij antwoord geeft.
'Het is net zoveel mijn probleem.'
'Dat is niet waar. Ook daarin lijkt de klok achteruit te lopen. Kijk maar–'
Ze pakt haar laptop uit haar tas en logt in met haar iris. Ze opent een discussieforum, scrolt naar een post over abortus, en draait het scherm naar Elian.
'Wat is dit? Google?'
Geschrokken klapt ze de computer zelf dicht. Om iets meer afstand te creëren leunt ze achterover in haar stoel en mompelt een paar excuses.
'Jezus. Ik gebruik toch privévensters.'
Elian trekt de laptop naar zich toe en begint te tikken. Hij kan niet geloven dat ze zo naïef kan zijn. Ze werken nota bene voor hetzelfde bedrijf. Kirsten in het management, ze is geen programmeur - het blijft een techbedrijf. Hij opent haar geschiedenis en delete haar recentste data. Daarna verwijdert hij de complete internetbrowser en voert een zoekactie uit naar achtergebleven cookies en referenties.
'Je gebruikt een standaard browser. Dat is hartstikke onveilig.'
Hij neemt haar mee naar zijn bureau en start zijn computer op. Na verschillende wachtwoorden te hebben ingevoerd verschijnt er een hoekige, ouderwets aandoende zoekbalk op het scherm. Hij typt ‘abortus’ in. Er komen duizenden resultaten op. De meeste van voor 2032. Van voor de nieuwe abortuswet. Zelfs in een anonieme digitale omgeving overheerst de angst.
'Ken je een andere term?'
'Zwangerschap afbreken? Vruchtafdrijving?'
Beide opties leveren weinig op. Hij probeert het algemener en typt ‘zwanger’ in.
'Als je iets denkt te zien, moet je het maar zeggen.'
Een voor een opent hij de topics. Gefocust scrollen ze langs de vele posts.
'Ho! Stop! Eentje terug. Daar!' zegt ze met haar wijsvinger op het scherm.
“Engel16wkn zoekt iemand die haar kan ontwapenen. Regio Arnhem.”
'Ontwapenen? En daar,' wijst ze licht enthousiast aan.
“Laat u in een 100% steriele omgeving ontwapenen. Tot 22 weken, discretie gegarandeerd. Dokter Christensen.”
Kirsten stelt voor deze Christensen een bericht te sturen. Al binnen enkele minuten komt er antwoord. Iemand die zich voorstelt als de assistent van de dokter schrijft dat er morgenmiddag nog een plekje vrij is. De ingreep zal drieduizend euro kosten, dertig minuten duren, en plaatsvinden in een kliniek in Utrecht. Betaling contant of Bitcoin. Als ze instemt met de voorwaarden stuurt hij de details. Ze voelt zich genoodzaakt akkoord te gaan, ook al heeft ze sterk het gevoel dat er misbruik van haar wordt gemaakt. Van haar situatie. Met je rug tegen de muur is het lastig onderhandelen. Elian zegt niets. Ook hij heeft het gevoel dat ze wordt afgezet. Eigenlijk vertrouwt hij het hele zaakje voor geen meter. Maar hij heeft makkelijk praten: in zijn buik tikt geen bom. Ze besluit de condities te accepteren. Er volgt een straatnaam en een telefoonnummer. Het huisnummer zal ze de volgende dag ontvangen.
'Wat een oplichters. Ik betaal de helft,' zegt Elian.
Kirsten zegt dat ze geen geld hoeft.
'Als je me echt wil helpen, kom dan mee. Daar heb ik meer aan.'
De volgende ochtend staat Elian om 11:30 uur bij haar voor de deur. Vijf minuten later stapt ze naar buiten. Ze pakt zijn arm vast en zwijgend lopen ze naar de parkeergarage. Het voelt alsof ze naar een begrafenis gaan. In zekere zin is dat ook zo. De overledene is alleen nog niet gestorven.
Elian heeft niet geslapen. Hij heeft het dark web afgezocht naar informatie over Christensen. Recensies waren niet te vinden. Hij heeft geen enkele positieve dan wel negatieve ervaring over de man kunnen vinden. Tenslotte heeft hij de bedrijven in de buurt maar uitgeplozen. Fysio praktijk De Weldaad en dierenarts P. Fasel leken hem nog het meest waarschijnlijk om een illegale abortuskliniek te herbergen. Wanneer ze aankomen in Utrecht, parkeren ze er precies tussenin. Daarna begint het wachten. Ze zijn een uur te vroeg.
'Geen beste buurt,' zegt Kirsten.
Om zich heen zien ze slecht onderhouden flats. Verweerde balkonnetjes met grijze, bescheten satellietschotels. Op de hoek van de straat drie mannen met blikken bier in hun hand. Achter de mannen een komen en gaan van ongure types. Haar peperdure stekkerauto valt behoorlijk uit de toon.
'Ik vraag vast om het huisnummer,' zegt ze zenuwachtig, en pakt haar telefoon.
Drie kwartier later krijgt ze antwoord.
”157. Kom alleen.”
Elian ziet hoe ze naar het portiek van een galerijflat loopt. Zijn hart bonst in zijn keel. Alles in hem schreeuwt Stop! Doe het niet! Keer om! Ze belt aan en stapt naar binnen.
Nog geen kwartier later staat ze alweer buiten. Ze lijkt geen idee te hebben waar haar auto geparkeerd is. Ze kijkt om zich heen en hapt ondertussen naar zuurstof. Elian springt uit de bestuurdersstoel, steekt zijn arm omhoog, en terwijl ze hem nadert, voelt hij de opluchting door zich heen stromen. Zonder iets te zeggen stapt ze in aan de passagierskant.
'En?' vraagt hij, als ze de straat uitrijden.
Beduusd doet ze haar verhaal.
’Ik werd meegenomen naar de bergingen. Het eerste hok was een soort wachtkamer. Er zaten drie andere vrouwen. Ik ben naast een vrouw met hoofddoek en grote zonnebril gaan zitten. Toen ik jou een bericht wilde sturen, kreeg ik commentaar van de vrouw tegenover me. Meisje eigenlijk. Kind, van nauwelijks zestien.
'Geen mobieltjes,' zei ze.
'Wie zegt dat?' vroeg ik.
Bleek het kind erbij te horen.
'Hoe gaat u betalen?'
'In ieder geval niet nu,' zei ik. 'Niet voordat ik Christensen heb gesproken.'
Zuchtend nam ze me mee naar een deur waar een witte drie op was gekalkt. In het midden van die berging stond een versleten operatietafel. Daar achter iemand in een lange jas, met zijn rug naar ons toe, over een fornuis gebogen. Onverstoorbaar viste hij tangen op uit een pan kokend water, en stalde ze uit op een metalen tafel. Na de laatste klem draaide hij zich om.
'Wa wielde vamme?' vroeg hij met een zwaar accent.
Wat ik wielde? Voor geen goud op de snijtafel van deze Scandinavische slager belanden. Ik ben zonder iets te zeggen naar buiten gerend.’
Op de ringweg van Amsterdam valt Kirsten in slaap. In de parkeergarage legt Elian zijn hand op haar knie en wacht tot ze wakker wordt.
'Ik heb een oplossing, misschien. Kom morgenavond naar me toe,' zegt hij, wanneer ze haar ogen opent.
De volgende avond staat ze om zeven uur voor zijn deur. Elian laat haar binnen, verdwijnt kort naar de slaapkamer en komt terug met een tablet.
'Ik wil je iets laten zien. Een film,' zegt hij. 'Een soort... homevideo.'
De beelden in de video zijn van een statief geschoten. Er ligt een vrouw op een stretcher. Haar gezicht is onherkenbaar gemaakt door middel van een zwart balkje. De ruimte lijkt op een woonkamer, in de achtergrond staan eikenhouten meubels. Naast de stretcher een tafeltje met medische instrumenten. Een tweede vrouw komt het beeld binnen. Ook zij is onherkenbaar gemaakt. Onderin de video begint tekst mee te lopen: Voorafgaand aan de procedure geeft u de patiënt een medicijn om te helpen ontspannen en eventueel ongemak te verminderen. Wij raden u aan preventief antibiotica toe te dienen om infecties te voorkomen.
Kirsten stopt de film.
'Waar laat je me naar kijken? Ik heb mijn portie ranzigheid in Utrecht wel gehad.'
'Ik wil je helpen,' zegt hij.
Vanachter zijn rug verschijnt het masker.
'Met een VR-bril?'
Ze pakt het aan en houdt het voor haar ogen.
'Niet zomaar een VR-bril. Dit apparaat zit propvol technologie. Rond ieder oog zes minuscule camera's. Die staan in verbinding met een chip achter mijn oor, en de chip is rechtstreeks verbonden met mijn hersenen.'
Ze kijkt hem niet begrijpend aan. Elian krijgt iets verhevens over zich heen. Oplichtende ogen als smeulende kooltjes. Hij laat haar het verse litteken achter zijn oor zien.
'Je bent gestoord,' roept ze. 'Hoe lang zit dat daar?'
'Dat is niet belangrijk. Laat me je helpen. Ik kan de foetus veilig weghalen.'
Ze begint te protesteren.
'O, nee. Voor geen honderd miljoen..'
'Sinds wanneer sta je afwijzend tegenover techniek?'
'Sinds het mijn gezondheid betreft.'
Elian voelt zijn gezicht rood aanlopen. In zijn enthousiasme vergeet hij soms dat mens en machine anders moeten worden bediend.
'Echt, ik weet wat ik doe. Je gezondheid is voor mij het belangrijkste. Zou daar nooit roekeloos mee omspringen.'
Hij pakt haar hand, trekt haar overeind en begeleidt haar naar de slaapkamer. Alles staat er klaar voor een operatie. Drie staande lampen in een halve cirkel rond het bed. Een formicatafel met instrumenten bij het voeteneinde. Een stapeltje handdoeken op een stoel bij het hoofdeinde.
'Hoe kom je hieraan?'
Ze laat haar blik over de tafel glijden.
'Niet belangrijk. Het enige wat telt is dat je me vertrouwt. Kun je dat?'
Eigenlijk wil ze niets liever. Onwillekeurig denkt ze terug aan wat ze nog geen jaar geleden onderaan zijn functioneringsrapport had geschreven: 'Er ligt een weg, een bestemming voor jou open, op jou wachten de tech-goden.' Ze was toen nog verliefd op hem. Dat had meegespeeld. Maar ze geloofde nog steeds dat hij de absolute top zou halen. Het enige gevaar was dat hij te dicht langs de zon vloog.
'Je hebt toch geen flauw benul hoe je iemand opereert?’
'Ik misschien niet. Maar het web wel.'
Hij vertelt dat het masker in verbinding staat met alles. Dat het een krachtig algoritme heeft om beeld te analyseren, en het internet om relevante informatie erbij te verzamelen. Via de chip achter zijn oor komt dat rechtstreeks in zijn hersenen terecht. Het stelt hem in staat de meest complexe handelingen uit te voeren. Gemakshalve vergeet hij erbij te vermelden dat die hersenen van hem nog weleens haperen. Hij wil haar niet ongerust maken. Niet meer dan ze al is. Om haar te overtuigen trekt hij het masker over zijn hoofd. Hij wil het haar demonstreren. Wanneer de weergave van zijn slaapkamer niet meer te onderscheiden is van echt, ziet hij tot zijn verbazing dat Kirsten zich uitkleed en gaat liggen. Onmiddellijk vult een ongemakkelijke geladenheid de kamer. Elian staat bij het voeteneinde en trekt een witte overal aan. Zijn nerveuze gezichtsuitdrukking niet ongunstig verborgen achter het masker. Als hij latex handschoenen aandoet, hoort hij Kirsten slikken.
'Ik begin met de verdoving.'
Gespannen zet hij een naald in haar bovenbeen. Kirsten pakt met beide handen de bedrand beet.
'Het werkt plaatselijk. Als je toch iets voelt – meteen zeggen.’
'Je bent de eerste die het hoort.'
Behoedzaam, langzaam duwt hij haar dijbenen uit elkaar.
'Goed,' zegt hij met overslaande stem, 'dan ga ik nu bij je naar binnen. Oké?'
Kirsten sluit haar ogen. En knikt.
Met twee dunne staafjes verwijdt hij haar baarmoederhals. Met één precieze incisie snijdt hij de vrucht los. Hun vrucht. Hij heeft zich voorgenomen daar niet stil bij te staan. Zijn brein reageert feilloos op de chip. Zijn handen voeren de commando's zonder haperingen uit. De rest is ondergeschikt. Elian brengt een canule bij haar naar binnen. Hij schakelt een kleine apparaat in om de inhoud van haar baarmoeder leeg te zuigen. Op Kirstens buik verschijnen de blauwe lijnen van een denkbeeldig rooster. Ergens daarbinnen bevindt zich de foetus. De chip berekent dat de kans het grootst is in de onderste helft van het patroon. Elian voelt met de mond van de canule. Als hij beet heeft, trekt hij het buisje voorzichtig terug. Tegen de prognose in komt de placenta eerst naar buiten. Razendsnel levert de software aanvullende informatie. Het kan geen kwaad zolang er maar geen weefsel in de baarmoeder achter blijft.
Hij brengt de canule nog een keer naar binnen. Het raster op Kirstens buik verandert, wordt kleiner. Elian beweegt het buisje binnen de aangegeven lijnen tot het mondje zich weer vastzuigt. Tenslotte, met ingehouden adem, trekt hij de foetus uit Kirsten. Een ogenblik staat hij roerloos naast het bed. Het piepkleine, twintig weken oude wezentje levenloos in één hand. Het is alsof iemand een ijskoude waterballon op zijn rug heeft stukgegooid. Zijn nekharen staan rechtovereind. De volmaaktheid treft hem op een manier die hij alleen in het virtuele heeft ervaren. Het is een jongetje. Alles op zijn plek. Dichtgeplakte wimpertjes aan rimpelige oogleden. Vingertjes aan handjes, teentjes aan voetjes, twintig minuscule nageltjes. Een piepklein piemeltje tussen twee mollige beentjes. Moet hij het Kirsten vertellen? Zou ze het geslacht willen weten?
Na een laatste keer de canule in te brengen om achtergebleven weefsel weg te zuigen, doet hij het masker af.
'Het is goed gegaan,' fluistert hij. 'Volgens de chip heb je weinig bloed verloren. Je kunt de komende tijd wel wat last krijgen van krampen. Van onverwachte bloedingen. Gebruik pijnstillers...'
Hij stopt met praten omdat de informatie is opgehouden. De chip laadt geen nieuwe gegevens meer in zijn brein. De verbinding is verbroken.
'Elian? Ben je daar? Praat tegen me.'
Kirsten klinkt ver weg. Hij wil het masker weer op doen.
'Even zitten,' zegt hij verdwaasd, terwijl de bril uit zijn handen klettert. Met zijn armen achter zich gestrekt loopt hij achterwaarts naar de muur, en zakt ineen. Hij moet zelfs even helemaal weg zijn geweest, want als hij weer bijkomt staat Kirsten over hem heen gebogen.
'Hier – drink wat water.'
Na een paar slokken komt er weer wat leven in hem. Het eerste wat hij doet is vragen hoe het met haar gaat.
'Met mij? Kan ik beter aan jou vragen.'
Hij haalt zijn schouders op.
'Dit gebeurt me niet voor het eerst,' bekent hij. 'Gelukkig wel steeds later in de sessie.'
'Behalve vanavond,' zegt ze. 'Stel je voor dat je precies op dat moment in mij aan het snijden was.'
'Het spijt me.'
'Het is oké. Ben vooral opgelucht dat het al na een paar seconden misging. Pas een beetje op jezelf, wil je?'
Dat begrijpt hij niet. Hij wil vragen wat ze bedoelt met een paar seconden. En hoe het kan dat ze haar kleren al aan heeft. Wat reageren zijn hersenen traag! Alsof de receptoren bevroren zijn. Wanneer ze haar jas aantrekt, vraagt hij zich hardop af hoe lang hij out is geweest.
'Niet lang. Maar doe een beetje rustig aan,' zegt ze. 'Je hebt maar één stel hersens.'
Ze buigt voorover om hem te kussen en verlaat de slaapkamer. Als hij de voordeur in het slot hoort vallen, dringt het tot hem door. Hij komt overeind en loopt naar het bed. De lakens zijn brandschoon. Het stapeltje handdoeken is onaangeroerd. De glimmende instrumenten vlekkeloos op een rij. Alles precies zoals hij het die middag heeft klaargezet. Een lamp is verschoven; naar de muur waar hij zo-even bijkwam. Het masker hangt aan het lichtknopje. Hij zakt naar de grond en trekt de pleister van zijn voet. Niks te zien. Het gaasje maagdelijk wit, de teen ongehavend. Hij sluit zijn ogen. In de hoop antwoorden te vinden, gaat hij stapsgewijs de gebeurtenissen af van de afgelopen dagen. Hij begint te vermoeden dat hij in een andere dimensie is beland. Hij weet niet of hij dat erg vind. Kennelijk is er een prijs die je betaalt voor een verrijkt bestaan. Voor leven met een implantaat.
Vervolgens probeert hij zich te herinneren of zijn relatie met Kirsten op de klippen is gelopen omdat hij zich steeds meer terugtrok in het virtuele, of juist andersom. Dat hij de digitale wereld is ingevlucht omdat haar belangstelling in hem verwaterde. Misschien moest hij de chip opdragen om haar te fabriceren. Dat had hij nooit geprobeerd. Iedere keer wanneer hij op het punt stond een digitale versie van Kirsten op te roepen, zag hij er op het laatste moment vanaf. Iets hield hem dan tegen, al wist hij niet precies wat. Misschien was het angst om bestaande herinneringen van haar te vervangen. Met artificieel beeldmateriaal van inferieure kwaliteit. Hij kijkt omhoog, naar het masker, en trekt het van de lamp. Hij loopt naar zijn bureau en stopt het diep weg in een lade. Vervolgens start hij zijn computer op en begint te tikken. ‘hersenimplantaat upgraden’ verschijnt in de hoekige zoekbalk. Elian houdt zijn adem in, drukt op delete en typt nog keer, uiterst zorgvuldig: ‘hersenimplantaat aborteren’. Opnieuw verschijnt er ‘hersenimplantaat upgraden’. Ook wanneer hij ‘neuro-chip verwijderen’, ‘hersenprothese weghalen’, ‘herseninterface deactiveren’, ‘neurale processor opruimen’ en ‘cerebrale chip onschadelijk maken’ invoert, blijft de cursor steken achter ‘hersenimplantaat upgraden’. Alsof de chip zich niet laat uitschakelen. Uiteindelijk staakt hij zijn pogingen. Elian geeft het op. Uit de lade haalt hij het masker weer tevoorschijn, slentert naar de koelkast voor een fles cola en laat zich achterover vallen op de bank.